Vlamertinge

Vlamertinge

De gemeente Vlamertinge wordt voor het eerst vermeld in 1066. Gedurende de middeleeuwen viel Vlamertinge bestuurlijk grotendeels onder Elverdinge. Het dorp maakte deel uit van de Acht Parochies die een speciaal statuut hadden binnen de kasselrij Veurne.


De Krommenelst behoorde evenwel tot de kasselrij Ieper. In 1605 verwierf Jan de Cerf de nieuwe aparte heerlijkheid Vlamertinge (de Cerfstraat). Doorheen de 17de eeuw twistten de families de Cerf en Immeloot om de titel van heer van Vlamertinge. In de 18de eeuw kwam Vlamertinge in handen van de familie Lauwerins. In 1977 werd Vlamertinge bij Ieper gevoegd. De parochie is toegewijd aan de heilige Vedastus.

In de 19de eeuw verrichte Euphemie de Harchies in Vlamertinge vrome werken (de Harchiesstraat).

Vlamertinge heeft een oppervlakte van 2064 ha. en ligt langsheen de verbindingsweg en spoorweg Ieper-Poperinge. Deze ligging heeft voor- en nadelen.

In 1337 werd Vlamertinge tijdens een strijd tussen Ieper en Poperinge, volledig platgebrand. Tussen 1668 en 1678 lag Vlamertinge in Frankrijk terwijl Ieper en Poperinge nog bij het graafschap Vlaanderen hoorden. De aanleg van de spoorweg in 1854 bracht bijkomende economische mogelijkheden.

In de 19de en 20ste eeuw was de hopteelt er zeer belangrijk. Vanaf 1930 ontstond er een bloeiend betonbedrijf. De gemeente telde in 1801 1796 inwoners, in 1976 3805 inwoners en op heden 3623 inwoners.

Het wapenschild van Vlamertinge is “gedeeld: I, van goud met een aanziende hertenkop, van keel (rood) wat de Cerf is; II, gevierendeeld: 1 en 4, ruitsgewijs geschakeerd van goud en van azuur van zes trekken, wat Immeloot is; 2 en 3 van keel (rood) met een sirene van zilver, houdend in haar rechterhand een ronde spiegel van goud, met het vrij kwartier van goud beladen met een kriekelaar van keel (rood), wat Lauwerins is. Het schild overtopt en gehouden door een uitkomende griffioen van goud”.