Gelijke kansen en discriminatie

Discriminatie
Discriminatie is het ongelijk of oneerlijk behandelen van een andere persoon op basis van persoonlijke kenmerken. Volgens de wet zijn zowel discriminatie, pesterijen, haatboodschappen en haatmisdrijven tegenover een persoon of een groep van personen omwille van specifieke persoonlijke kenmerken strafbaar.

In België verbiedt de wet discriminatie op grond van 19 zogenoemde 'beschermde criteria'.
 
Er is sprake van discriminatie wanneer je in een vergelijkbare situatie minder goed behandeld wordt vanwege je herkomst, handicap, geloof of levensbeschouwing, leeftijd,  seksuele oriëntatie enzovoort. Er is geen sprake van discriminatie wanneer een verschil in behandeling objectief en redelijk kan worden verklaard.
 
De 19 discriminatiegronden
De antidiscriminatiewetgeving - met federale wetten, decreten en ordonnanties - spreekt over 19 zogenoemde 'beschermde criteria'. Discriminatie op grond van elk van die criteria is verboden en strafbaar. Unia is bevoegd voor 17 van die criteria:
 
  • de 5 'raciale criteria': zogenaamd ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst (Joodse oorsprong) en nationale of etnische afstamming
  • handicap
  • geloof of levensbeschouwing
  • seksuele geaardheid
  • leeftijd
  • vermogen (of financiële middelen)
  • burgerlijke staat
  • politieke overtuiging
  • syndicale overtuiging
  • gezondheidstoestand
  • een fysieke of genetische eigenschap
  • geboorte
  • sociale afkomst


Criterium 18 is geslacht. In België is een specifiek orgaan opgericht voor kwesties rond de gelijkheid tussen vrouw en man en discriminatie op basis van het geslacht (met inbegrip van transgenders): het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Criterium 19 is taal. Voor dit criterium is aan geen enkel overheidsorgaan een specifieke bevoegdheid toegewezen.

Discriminatie op grond van elk van deze criteria of persoonlijke kenmerken is verboden en strafbaar. Meer info en voorbeelden vind je op de website van Unia, het nationaal mensenrechteninstituut.