Hollebeke
De gemeente Hollebeke wordt voor het eerst vermeld in 1185. Tot aan de Franse Revolutie was Hollebeke één van de belangrijkste heerlijkheden in de kasselrij Ieper. Ze behoorde tot 1514 toe aan de familie van Hollebeke. Later volgden onder andere de families van Saintomer en de Buus.
In de 19de en vroege 20ste eeuw lag Hollebeke op het tracé van het kanaal Ieper-Komen. De onstabiele ondergrond in Hollebeke bleek een te groot obstakel voor de afwerking van dit kanaal. In 1893 stortte een tunnel in en in 1913 verzakte de Sint-Elooisbrug. Tijdens de eerste wereldoorlog lag Hollebeke pal op de frontlijn. Het dorp werd volledig verwoest. In 1971 werd de gemeente bij Zillebeke gevoegd. Op het gebied van de voormalige kanaalsleuf opende in 1973 het provinciaal domein de Palingbeek zijn deuren.
De parochie is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. Begin september is Hollebeke sedert de middeleeuwen één van de drie dorpen op de Mariabedevaart Dadizele-Hollebeke-Linselles. Hollebeke heeft een oppervlakte van 574 ha., ligt langsheen de verbindingsweg Ieper-Komen en is tot op heden een ruraal dorp gebleven. De gemeente telde in 1801 464 inwoners, in 1970 723 inwoners en tegenwoordig 653 inwoners. Het wapenschild van Hollebeke is “van keel (rood) met twee palen van zilver”. Dit was het schild van de familie van Hollebeke.